Dit is het laatste deel uit de serie ‘De eerste wereld’.

Inhoud:

Susanna, dochter van Keren, gaat  –voor ze trouwt met haar geliefde Kaleb- op familiebezoek. Als ze met andere familieleden op pad gaat, wijken ze uit naar de Grote Stad. Daar wordt Susanna herkend, haar moeder is hier namelijk ook tegen haar wil geweest. Men ziet haar aan voor Keren en ze wordt gevangen genomen. Ze komt terecht in het huis van haar wrede oom Ra-Anan. Met haar nicht Demama kan ze goed overweg. Ook maakt ze kennis met haar neef Adoniram, zoon van Keren’s zelfzuchtige zus Sara. Ra-Anan verplicht Susanna om lessen te volgen bij de heidense priesters die de zon aanbidden. Na een mislukte ontsnappingspoging wordt Susanna zwaar gestraft.

Dan komen Kaleb en zijn broer naar de stad; ze laten zich gevangen nemen en worden als bewakers aangesteld.

Dan komt het moment dat Susanna Adoniram niet meer kan verstaan. Ze raakt helemaal van streek en denkt dat ze gek wordt. Zij is niet de enige... De hele stad is in rep en roer en het wordt een chaos...

Waardering:

De Babylonische spraakverwarring wordt treffend omschreven; zo zou het gegaan kunnen zijn.